Op www.brink-hoek.nl gebruiken wij cookies en andere technieken om jouw ervaring op onze website te verbeteren en om advertenties te tonen, ook met tracking cookies van derden die jouw internetgedrag volgen. Bekijk ons cookiebeleid. Als je doorklikt ga je akkoord met het plaatsen van de cookies en technieken.
Eind 2023 is de btw-behandeling van servicekosten en nutsvoorzieningen gewijzigd. De wijziging ging in op 1 januari 2024, maar verhuurders mochten de oude regeling nog tot 1 januari 2025 toepassen. Onder die oude regeling mag je bij de verhuur van woningen de in rekening gebrachte kosten voor nutsvoorzieningen of servicekosten laten opgaan in de verhuurdienst. Daarmee zijn deze kosten, net als de woningverhuur, vrijgesteld van btw. In de zakelijke verhuurbranche, zoals de verhuur van kantoren, winkels, e.d. worden in de oude regeling deze kosten wél als een afzonderlijke prestatie in aanmerking genomen, waarmee ze vaak wel belast zijn met btw.
Aan het eind van het jaar verdwijnt dit onderscheid tussen de verhuur van woningen en commercieel vastgoed. Dan eindigt de mogelijkheid om deze oude regels toe te passen. Per 1 januari 2025 worden prestaties waarvoor servicekosten worden berekend, in beide gevallen geacht een zelfstandige prestatie te vormen als:
- de huurder (individueel of gezamenlijk) de serviceleverancier kan kiezen en/of het verbruik van de nutsvoorziening zelf kan bepalen; én
- de kosten afzonderlijk op de factuur worden vermeld.
Actiepunt
Pas je nog de oude regels voor servicekosten en nutsvoorzieningen toe op de verhuur van jouw onroerende zaak? Controleer dan of de doorberekening van de btw voor deze kosten aan het nieuwe beleid voldoet. Pas zo nodig de verhuurovereenkomsten en facturatie aan.