Hoe staat het nu met het wetsvoorstel Wet werkelijke rendement box 3? Dat ligt nu voor advies bij de Raad van State. Het blijft de bedoeling om bij de aangiften inkomstenbelasting zoveel mogelijk te werken met door de Belastingdienst vooraf ingevulde gegevens. Jaarlijkse waardeontwikkelingen worden dan ook in aanmerking genomen (vermogensaanwasbelasting). Maar ben je eigenaar van een onroerende zaak, dan geldt voor jou straks het systeem van de vermogenswinstbelasting. 

 

Onroerende zaken

Bij het rendement over onroerende zaken is sprake van indirect en direct rendement. Indirect rendement is de vermogenswinst die je maakt door de waardeontwikkeling gedurende de periode dat je de onroerende zaak bezit. Deze vermogenswinst wordt in principe aan het einde van de bezitsduur, op het moment van bijvoorbeeld verkoop, belast.

 

Direct rendement is het rendement dat je jaarlijks behaalt met de onroerende zaak, zoals huur- en pachtopbrengsten. Voor het belasten van dit rendement is gekozen voor een indeling in drie categorieën, afhankelijk van het gebruik van de onroerende zaak. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:

 

  1. een onroerende zaak die je nagenoeg het gehele jaar verhuurt (minimaal 90% verhuur); 
  2. een onroerende zaak die je niet verhuurt; en
  3. gemengd gebruik (de onroerende zaak die je verhuurt, maar minder dan 90% van het jaar).

 

In het eerste geval worden de ontvangen huur- of pachtinkomsten belast. Er geldt een kostenaftrek voor onderhoudskosten en andere kosten. Als je de onroerende zaak het hele jaar niet verhuurt, wordt deze belast op basis van een vastgoedbijtelling. Deze bijtelling is 2,65% van de WOZ-waarde, waarbij al rekening is gehouden met onderhoudskosten. Bij gemengd gebruik wordt gekeken naar zowel de hoogte van de huurinkomsten als naar de hoogte van de vastgoedbijtelling.
 
 
In het wetsvoorstel is het heffingsvrije inkomen gesteld op € 1.250, de verliesdrempel € 500, en het belastingtarief 36%. Het is mogelijk dat het nieuwe kabinet nog veranderingen in het wetsvoorstel zal aanbrengen. Staatssecretaris Idsinga heeft in de reactie op de Hoge Raad-uitspraken van afgelopen juni al aangegeven dat de regels die de Hoge Raad heeft gegeven voor het bepalen van het werkelijke rendement, zullen worden verwerkt in de nieuwe Wet werkelijk rendement. Daar waar nog vragen zijn over het vaststellen van het werkelijke rendement zal nader onderzoek plaatsvinden. 
 

Kunnen wij u helpen?

Heeft u een vraag of kunnen wij u ergens mee helpen? Neem contact met ons op.