De coronacrisis loopt bijna ten einde. Daarom zijn er vele veranderingen van toepassing omtrent verschillende regelingen. We behandelen in dit artikel de onderstaande de punten: 

 

  • Urencriterium voor zelfstandigen
  • Invorderings- en belastingrente
  • Betaalpauze hypotheeklasten
  • Tegemoetkoming kinderopvangkosten
  • Administratieve verplichtingen loonbelasting 
  • Vaste reiskostenvergoedingen
  • Grenswerkers
  • Btw-aspecten
  • Aspecten G-rekening 
  • Vervanging BIK-regeling door lagere Awf-premie
  • Update NOW-spelregels
  • Update TVL-spelregels
  • Startersregeling
  • Update TOZO- en TONK-regelingen 
  • Update van 9 financieringsfaciliteiten
  • Update regelingen voor de amateursport 

 

 

Langer en later belastingschulden aflossen

Tot 1 juli 2021 kunt u nog voor het eerst uitstel van betaling of verlenging van het uitstel aanvragen bij de Belastingdienst. Met ingang van die datum moet u weer voldoen aan alle nieuw opkomende fiscale betalingsverplichtingen*). Heeft u op basis van de oude regeling al verlenging van eerder verkregen uitstel gekregen, dan loopt het uitstel automatisch door tot 1 juli 2021. De opgebouwde belastingschuld hoeft u dan niet meteen af te lossen. U moet hier uiterlijk op 1 oktober 2022 mee beginnen. Ook mag u er langer over doen. De aflossingstermijn is namelijk verlengd van 36 maanden naar 60 maanden. Als voorwaarde voor deze regeling geldt wel dat u met ingang van 1 juli 2021 aan alle nieuw opkomende betalingsverplichtingen voldoet!

 

Tip: hebt u eerder een aanvraag voor drie maanden uitstel ingediend en nog nooit verlengd en kunt u na deze drie maanden niet aan uw betalingsverplichtingen voldoen? Zorg er dan voor dat u vóór 1 juli 2021 verlenging van het uitstel aanvraagt. Doet u dit niet, dan loopt u het risico om uitgesloten te worden voor de betalingsregeling van 60 maanden. 

 

Let op: een meerderheid in de Tweede Kamer wil dat het uitstel van betaling toch wordt verlengd tot 1 oktober 2021. Daarvoor is op 9 juni 2021 een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht dit mogelijk te maken. De regering hoeft hier niet aan tegemoet te komen, maar bij een meerderheid in de Tweede Kamer is de kans daarop wel groter. Op het moment van schrijven van dit bericht had de regering nog geen beslissing genomen. Zodra hierover meer bekend is, laten we het u weten.

 

 

Vanaf 1 juli weer uren bijhouden

U komt in aanmerking voor allerlei ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, als u voldoet aan het zogenaamde ‘urencriterium’. Dit criterium wil zeggen dat u aannemelijk kunt maken dat u ten minste 1.225 uren per jaar (24 uur per week) aan werkzaamheden voor uw onderneming hebt besteed. In het eerste halfjaar van 2021 geldt een versoepeling van dit criterium in verband met de coronapandemie; u wordt geacht ten minste 24 uren per week aan uw onderneming te hebben besteed, ook als dat feitelijk niet zo was. Deze versoepeling wordt na 30 juni 2021 niet verder verlengd. Het kabinet vindt een verlenging niet nodig in het licht van de aangekondigde versoepelingen van de coronamaatregelen. Vanaf 1 juli a.s. tellen alleen de daadwerkelijk aan de onderneming bestede uren weer mee voor het urencriterium. 

 

Seizoensgebonden ondernemers

Hebt u een seizoensgebonden bedrijf? In dat geval is de versoepeling niet effectief als de piek van uw werkzaamheden in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 valt. Voor u is er – net als in 2020 – een aanvullende regeling getroffen. U wordt daarbij geacht in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 evenveel uren aan de onderneming te hebben besteed als in de periode 1 januari tot en met 30 juni 2019. U kunt met behulp van de administratie van 2019 achterhalen hoeveel uren u in het eerste halfjaar van dat jaar aan de onderneming hebt besteed en zo ook beoordelen of u in 2021 aan dit urencriterium voldoet.

 

Tip

Uren die u besteedt aan de kernactiviteiten van uw onderneming tellen natuurlijk mee voor het urencriterium. Maar denk daarnaast ook aan reistijd en tijd besteed aan acquisitie en het bijwonen van netwerkbijeenkomsten en andere werkzaamheden die (in)direct gericht zijn op de zakelijke belangen van uw onderneming. Hetzelfde geldt voor de zakelijk verrichte activiteiten die niet direct toerekenbaar zijn aan opdrachten. Het is verstandig om de uren regelmatig (dagelijks/wekelijks) te noteren. Het achteraf opstellen wordt vaak niet geaccepteerd, omdat de informatie niet gedetailleerd genoeg is en de uren daardoor niet controleerbaar zijn. 

 

 

Invorderings- en belastingrente

De tijdelijk naar 0,01% verlaagde invorderingsrente geldt tot en met 31 december 2021. Om het eerder afbetalen van de belastingschuld te stimuleren, wordt de invorderingsrente met ingang van 

1 januari 2022 stapsgewijs verhoogd. Dan wordt het percentage vastgesteld op 1%. Op 1 juli 2022 wordt het verder verhoogd naar 2%. Vervolgens wordt het percentage met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar 3% en met ingang van 1 januari 2024 bedraagt de invorderingsrente weer 4%. 

 

Belastingrente

De belastingrente is al eerder verhoogd. Sinds 1 oktober 2020 bedraagt deze rente weer 4%. Dit percentage geldt tot het einde van het jaar ook voor de vennootschapsbelasting. Daarna wordt de belastingrente voor deze belasting verder verhoogd naar 8%. Dit betekent dat het van groot belang is dat u de aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting tijdig indient.

 

 

Regeling betaalpauze hypotheeklasten opnieuw verlengd

Sinds de uitbraak van de coronacrisis gelden er versoepelde fiscale regels in het geval u een betaalpauze voor rente en aflossing hebt afgesproken met uw bank of andere hypotheekverstrekker. Deze versoepelde regels zouden tot 1 juli 2021 van kracht blijven in verband met de aanhoudende coronacrisis, maar inmiddels is beslist dat de regeling verder wordt verlengd tot 1 oktober 2021. De betaalpauze moet aan de volgende drie voorwaarden voldoen om de versoepelde fiscale regels te mogen toepassen:

  1. u hebt in de periode 12 maart 2020 tot 1 oktober 2021 bij uw geldverstrekker gemeld dat u (dreigende) betalingsproblemen hebt door de uitbraak van het coronavirus;
  2. u en uw geldverstrekker zijn daarom een betaalpauze overeengekomen, die uiterlijk op 1 oktober 2021 ingaat en die schriftelijk door de geldverstrekker wordt bevestigd;
  3. de looptijd van de betaalpauze bedraagt maximaal twaalf maanden. 

 

Let op: leent u van een niet-administratieplichtige – bijvoorbeeld familie of uw eigen bv – dan gelden aanvullende voorwaarden. Uw adviseur kan u daarover informeren.

 

 

Tegemoetkoming doorbetaalde kinderopvangkosten tijdens sluitingsperiodes

Sinds 15 mei 2021 is de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling kinderopvang zonder overheidsvergoeding (TTKZO) opengesteld. U komt in aanmerking voor deze tegemoetkoming voor de kinderopvangkosten als u geen kinderopvangtoeslag of andere overheidssubsidie hebt ontvangen voor de kinderopvang én u tijdens de sluitingsperiodes van de kinderopvang, buitenschoolse opvang (BSO) en gastouderopvang de kinderopvangfactuur hebt doorbetaald. U kunt de tegemoetkoming tot 15 juli 2021 aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De tegemoetkoming is per uur niet hoger dan de maximum uurprijs per opvangsoort. 

 

 

Langer uitstel administratieve verplichtingen loonheffingen

U hebt als werkgever allerlei wettelijke administratieve verplichtingen, maar u kunt daar door de coronacrisis niet, niet tijdig of niet helemaal aan voldoen. Daarom hanteert de Belastingdienst een soepel beleid, waarbij u bij het niet nakomen van een administratieve verplichting de gelegenheid krijgt om de tekortkoming te herstellen, zodra u dat kunt. Heeft u bijvoorbeeld niet tijdig aan de identificatieplicht voldaan, dan blijft het anoniementarief achterwege als u de identiteit van de werknemer alsnog vaststelt, zodra u daar in redelijkheid toe in staat bent. Dit versoepelde beleid zou eindigen op 1 juli a.s. maar is inmiddels verder verlengd tot 1 oktober 2021.

 

 

Versoepeling onbelaste vaste reiskostenvergoeding ook verder verlengd

U kunt als werkgever een vaste onbelaste vergoeding afspreken met uw werknemers voor reiskosten met een vast en gelijkmatig karakter, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. De verandering van het reispatroon van werknemers door het thuiswerken, hoeft tijdelijk geen gevolgen te hebben voor de vaste en onbelaste reiskostenvergoeding. Het gaat hier steeds om reiskostenvergoedingen die u vóór 13 maart 2020 (dus vóór de coronacrisis) onvoorwaardelijk aan uw werknemers hebt toegekend. Ook deze versoepeling is verder verlengd van 1 juli 2021 tot 1 oktober 2021. 

 

Tip: u hoeft de vaste en onbelaste reiskostenvergoeding niet aan te passen, maar wilt u de vergoeding wel bijstellen bij een verandering van het reispatroon van uw werknemers, dan mag dat ook.

 

 

Andere verlengde coronamaatregelen

Ook de volgende maatregelingen zijn verder verlengd van 1 juli tot 1 oktober 2021: 

  • het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers;
  • de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen;
  • het btw-nultarief op mondkapjes; 
  • de btw-vrijstelling voor de uitleen van zorgpersoneel; 
  • het btw-nultarief op COVID-19-vaccins en testkits;

 

 

Verruimde deblokkering g-rekening verlengd

Leent u personeel uit of detacheert u medewerkers en maakt u gebruik van een g-rekening? U kunt de Belastingdienst dan verzoeken om deze g-rekening te deblokkeren. Dit kan onder normale omstandigheden alleen voor overschotten op de g-rekening. Maar er wordt tijdelijk een uitzondering gemaakt voor ondernemers die zijn geraakt door de coronacrisis. In dat geval kunnen ook bedragen worden vrijgegeven die zijn gereserveerd voor de loonheffing en btw, waarvoor bijzonder uitstel van betaling is verleend. Dit versoepelde beleid blijft mogelijk tot het einde van het bijzonder uitstel, inclusief betalingsregeling, dus tot 1 oktober 2027. 

Ook is het in dergelijke gevallen mogelijk dat een ‘schone’ verklaring betalingsgedrag wordt afgegeven, waarin wordt verklaard dat een onderaannemer alle loonheffingen heeft betaald.

 

 

Vervanging BIK-regeling door lagere Awf-premie

Het kabinet heeft de BIK-regeling geheel en met terugwerkende kracht ingetrokken. Uit informeel overleg met de Europese Commissie - die de regeling nog moest goedkeuren – is namelijk gebleken dat de kans groot is dat de BIK-regeling zal worden aangemerkt als ongeoorloofde staatssteun. Omdat het kabinet wel graag investeringen wil blijven stimuleren, wordt de Awf-premie verlaagd (mogelijk met ingang van 1 augustus 2021). Hierdoor verlagen uw loonkosten en verbeteren uw liquiditeit en solvabiliteit. Daarmee vergroot de ruimte om te investeren en/of externe financiering daarvoor te vinden. De Awf-premie zal naar verwachting worden verlaagd van 2,7% naar 0,34% over het loon van werknemers met een vast contract en van 7,7% naar 5,34% over het loon van andere werknemers. Het verschil tussen de hoge en lage Awf-premie blijft dus 5%-punt. 

 

 

Langer NOW-regeling

De NOW-regeling wordt vanaf 1 juli 2021 vrijwel ongewijzigd verlengd met een periode van drie maanden. NOW 4.0 zal dus lopen van 1 juli tot en met 30 september 2021. Net als bij NOW 3.0 zal het maximale vergoedingspercentage 85% zijn en de loonsomvrijstelling 10% van de loonsom. Ook blijft het minimale omzetverlies om voor de NOW in aanmerking te komen 20%, de forfaitaire opslag voor de werkgeverslasten 40% en de maximale vergoeding per werknemer twee keer het maximum dagloon (2 x € 4.859). 

 

Wat is wel gewijzigd?

Een belangrijke wijziging is dat u bij de aanvraag van NOW 4.0 voor de loonsom februari 2021 als referentiemaand moet hanteren. Voor NOW 3.0 (3e, 4e en 5e tranche) was dat juni 2020, maar die referentiemaand is niet meer representatief. Een andere belangrijke wijziging is dat u de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) niet meer hoeft mee te tellen als omzet voor de NOW. Dit geldt vanaf de start van NOW 3.0: 1 oktober 2020. Vraagt u NOW 4.0 en NOW 3.0 aan of hebt u die aangevraagd, dan hoeft u dus geen rekening te houden met de ontvangen TVL.

 

Tip: als u TVL heeft ontvangen en daarom geen NOW heeft aangevraagd in de vierde aanvraagperiode, kunt u mogelijk alsnog een aanvraag doen. Dit kan tot 16 juli 2021. U kunt hiervoor bellen met UWV Telefoon NOW.

 

Let op: voor de eerste en tweede aanvraagperiode NOW telt de TVL dus wél mee als omzet, ook bij de definitieve berekening van de subsidie.

 

Minder vaak derdenverklaring nodig

Het aanvragen van de NOW-subsidie brengt de nodige administratieve verplichtingen met zich mee. Een van die administratieve verplichtingen betreft de derdenverklaring. Minister Koolmees stelt voor om het drempelbedrag voor een derdenverklaring bij NOW 3.0 (3e, 4e en 5e tranche) en NOW 4.0 te verhogen naar € 40.000 voor zowel het voorschot (nu: € 20.000) als het definitieve subsidiebedrag (nu: € 25.000). De verwachting is dat hierdoor ongeveer 80% van alle aanvragers geen derdenverklaring meer hoeven aan te leveren. 

De bovengrens van € 125.000 - waarboven een accountantsverklaring verplicht is - blijft gelijk, maar gaat ook gelden voor het voorschot (nu: € 100.000). Bij NOW 3.0 en NOW 4.0 moet u dus een derdenverklaring aanleveren bij een subsidiebedrag tussen € 40.000 en € 125.000. 

 

Minder werkzaamheden

Laat u uw NOW-aanvragen verzorgen door een deskundige derde (dat kan ook uw accountant zijn), die ook al uw normale administratieve dienstverlening verzorgt? En komen deze werkzaamheden overeen met die nodig zijn in het kader van de afgifte van de derdenverklaring? In dat geval hoeven deze werkzaamheden niet dubbel te worden uitgevoerd. Dit kon al bij NOW 1.0 en NOW 2.0, maar dit is nu verduidelijkt. De derdenverklaring moet wel altijd bijgevoegd worden bij de vaststellingsaanvraag. De verduidelijking zal worden verwerkt in het nog vast te stellen formulier voor de derdenverklaring bij NOW 3.0 en NOW 4.0. 

 

Gezamenlijke controle NOW 3.0 en 4.0

Maakt u van twee of drie tranches gebruik van NOW 3.0, dan kunnen na afloop van de laatste tranche alle periodes en de van toepassing zijnde voorwaarden in één keer worden gecontroleerd. Maakt u ook gebruik van NOW 4.0, dan kan ook de controle van NOW 4.0 worden betrokken bij de gezamenlijke controle voor NOW 3.0. Nu moeten de controles nog per tranche van NOW 3.0 worden uitgevoerd. Hebt u niet van twee of meer NOW-periodes gebruik gemaakt, dan kunt van de bestaande  controlemethode gebruik blijven maken.

De openingsdata van de loketten voor het indienen van de aanvragen voor de vaststelling van de verschillende tranches in NOW 3.0 en NOW 4.0 worden aangepast, zodat u deze aanvragen in één keer kunt indienen. 

 

 

Loket aanvraag NOW 3.0 vijfde tranche tot eind juni open

U kunt nu NOW 3.0-subsidie voor de vijfde tranche (april t/m juni 2021) aanvragen bij het UWV. Het loket is daartoe nog tot en met 30 juni 2021 open. De voorwaarden zijn gelijk aan die van de vierde tranche. Het maximale vergoedingspercentage is 85% van de loonsom. U moet ten minste 20% omzetverlies lijden en de maximaal te vergoeden SV-loon per werknemer bedraagt € 9.718 per maand (2 x het maximum dagloon van € 4.859). Hebt u ook voor de vierde tranche NOW-subsidie gehad, dan moeten de omzetperiodes op elkaar aansluiten. Ook in de vijfde tranche mag u de loonsom geleidelijk verminderen met 10% ten opzichte van de loonsom van juni 2020, bijvoorbeeld door natuurlijk verloop in het personeelsbestand, door minder personeel aan te houden of door een vrijwillig loonoffer te vragen van uw werknemers. 

 

 

Aanvragen terugbetalingsregelingen NOW 1.0 en 2.0

Na de vaststelling van de definitieve NOW-steun kan blijken dat u te veel NOW-steun hebt ontvangen en deze moet terugbetalen. Daarvoor kan een betalingsregeling worden getroffen met het UWV. Dat kan telefonisch (088 - 898 20 04) maar ook digitaal via formulieren. Momenteel is er een formulier beschikbaar voor de terugbetaling van NOW-steun over de eerste periode (maart t/m mei 2020) en een formulier voor de tweede NOW-periode (juni t/m september 2020). Voor het invullen van het formulier heeft u het loonheffingennummer en het bedrag van de terugbetaling nodig. U kunt aangeven in hoeveel maandelijkse termijnen u het bedrag kunt terugbetalen. Er is met het UWV afgesproken dat coulant zal worden omgegaan met terugbetalingsregelingen.   

 

Let op: u kunt dus niet eerder een terugbetalingsregeling aanvragen, dan dat u een beslissing heeft ontvangen op de aanvraag van de definitieve vaststelling.

 

 

TVL tweede én derde kwartaal 2021

U kunt binnenkort via rvo.nl. TVL aanvragen voor het tweede kwartaal van 2021(Q2). Voor het mkb (maximaal 250 medewerkers) is het maximale subsidiebedrag € 550.000 en voor grote bedrijven is het maximale bedrag verhoogd naar € 1.200.000. Het subsidiepercentage van de TVL-regeling is voor dit kwartaal verhoogd van 85% naar 100%. U moet tenminste een omzetverlies hebben van 30%. Dit stelt u vast door uw omzet in het tweede kwartaal 2021 te vergelijken met de omzet in het tweede kwartaal van 2019 óf het derde kwartaal van 2020 (de referentieperiodes). Bij een omzetverlies van 100% wordt 100% van de vaste lasten vergoed. 

 

Berekende vaste lasten  

Het gaat hier niet om uw werkelijke vaste lasten, maar om de berekende vaste lasten. De berekende vaste lasten zijn gebaseerd op CBS-gegevens over het gemiddelde aandeel van de vaste lasten in de W&V-rekening binnen uw branche, uitgedrukt in een percentage. De vaste lasten binnen uw branche hangen dus samen met uw SBI-code. Op rvo.nl vindt u een lijst met de SBI-codes van branches met de bijbehorende percentages vaste lasten.

Op het moment van schrijven van dit bericht zou het loket voor TVL Q2 in de tweede helft van juni 2021 opengaan. Is dat niet het geval, dan kunt u zich aanmelden voor een update van de RVO. Zodra de aanvraagtermijn start, krijgt u automatisch bericht. U kunt zich in hetzelfde formulier ook aanmelden voor een update over andere TVL-gerelateerde zaken, zoals over de start van TVL Q3. 

 

TVL met een kwartaal (Q3) verlengd

Het kabinet heeft besloten om de TVL met een kwartaal (juli tot en met september 2021) te verlengen. Dit geldt ook voor de extra opslag voor land- en tuinbouwbedrijven. De voorwaarden van TVL Q3 zijn vrijwel gelijk aan die van TVL Q2. Een belangrijk verschil zijn de referentieperiodes. Om uw omzetverlies in het derde kwartaal 2021 te bepalen, vergelijkt u uw omzet in deze periode met uw omzet in het derde kwartaal van 2019 óf het derde kwartaal van 2020. Een ander verschil is dat het maximale subsidiebedrag voor grote bedrijven voor TVL Q3 weer is teruggebracht tot € 600.000, zoals dat ook voor het eerste kwartaal van 2021 gold. 

 

Samenloop met NOW

Zoals we hiervoor al aangaven bij de NOW-regeling, telt de TVL vanaf NOW 3.0 (de subsidieperioden vanaf oktober 2020) niet meer mee als omzet voor de NOW; de subsidie om de loonkosten te kunnen doorbetalen. 

 

Let op: eHerkenning niveau 3

U hebt minimaal eHerkenning niveau 3 nodig voor het aanvragen van TVL. Voor TVL over de periode juni-september 2020 en TVL over het laatste kwartaal van 2020 (Q4) kunt u tot 1 juli 2021 nog inloggen met eHerkenning niveau 1 en eHerkenning niveau 2 of 2+ voor het inzien van een aanvraag of te reageren op een vaststellingsverzoek. Gebruikt u voor de aanvraag DigiD of hebt u al eHerkenning 3 of hoger? Dan is er voor u niets gewijzigd. 

 

 

Startersregeling gestart

In het eerste en tweede kwartaal 2021 bestaat er een aparte regeling voor startende ondernemers die gebaseerd is op de TVL-regeling: de Startersregeling. Het aanvraagloket voor het eerste kwartaal (Q1) is tot 12 juli 2021 17.00 uur open. De belangrijkste voorwaarden zijn: 

  • U hebt zich tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 ingeschreven in het Handelsregister van de KvK; 
  • De referentieperiode is het derde kwartaal van 2020;
  • Het minimale omzetverlies in het eerste kwartaal van 2021 is 30% ten opzichte van de omzet in het derde kwartaal van 2020;
  • De vaste lasten bedragen minimaal € 1.500 per kwartaal. Dit wordt berekend met het percentage vaste lasten dat bij SBI-code van uw branche hoort; 
  • Het subsidiepercentage is 85%;
  • Het minimale subsidiebedrag is € 1.500 per kwartaal en het maximum is € 124.999 per kwartaal. 

 

 

Ook Tozo verder verlengd

Ook de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) loopt na 1 juli 2021 nog een kwartaal door. Tozo 5.0 bestaat – net als haar voorgangers - uit een inkomensaanvulling tot het sociaal minimum en/of een lening voor bedrijfskapitaal van maximaal € 10.157 tegen een rente van 2%. De inkomensaanvulling kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd. Uw woongemeente voert de regeling uit. Bij aanvragen in het derde kwartaal (1 juli – 30 september 2021) wordt de focus meer gelegd op het ondersteunen en stimuleren van ondernemers. Zo moet het mogelijk worden dat u sneller weer op eigen benen kunt staan. Hiervoor wordt in Tozo 5.0 een aanvullende informatieplicht opgenomen die gemeenten kunnen gebruiken om een beter beeld te krijgen van uw situatie om zo te bepalen of u eventueel nog extra ondersteuning nodig hebt. Die ondersteuning ziet onder andere op het levensvatbaar houden of maken van uw onderneming, scholing, de zoektocht naar een baan in loondienst en de aanpak van uw schulden.

 

Later aflossen en langer afbetalen

Hebt u gebruik gemaakt van de Tozo-lening? Dan hoeft u voorlopig nog niet af te lossen op deze lening. De aflossingsdatum is namelijk verder verschoven van 1 juli 2021 naar 1 januari 2022. Ook wordt tot die datum geen rente in rekening gebracht. Bovendien krijgt u vanaf de verstrekking van de lening vijf jaar - in plaats van drie en een halfjaar - de tijd om de lening af te lossen. 

 

 

Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

De TONK-regeling wordt ook verlengd tot en met 30 september 2021. Hebt u door de huidige omstandigheden te maken met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in uw inkomen, waardoor u de noodzakelijke kosten van levensonderhoud niet meer kunt voldoen? En bieden andere regelingen niet of onvoldoende soelaas? Dan kunt u van deze ondersteuning gebruikmaken. U bent  bijvoorbeeld uw baan verloren en hebt geen recht (meer) op een uitkering of u hebt als zelfstandige  vanwege de coronamaatregelen uw opdrachten zien verdwijnen, maar u kunt geen aanspraak maken op de Tozo. Maar ook als u al in 2020 ingestroomd bent in een uitkering (WW, Bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, komt u in aanmerking voor de TONK-regeling. De regeling voorziet in een (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten en wordt uitgevoerd door uw gemeente. 

 

 

TOA-krediet 

Sinds kort is er meer bekend over het doorstartkrediet voor mkb-bedrijven. Deze kredietfaciliteit is onderdeel van het Time-Out-Arrangement (TOA), waarmee u als ondernemer uw bedrijf tijdelijk kunt stopzetten om zo de mogelijkheden te onderzoeken voor het voorkomen van een faillissement via de Wet homologatie van een onderhands akkoord (WHOA). Het TOA-krediet wordt dan ook alleen aan u verstrekt als u een WHOA-akkoord hebt, zodat uw bedrijf weer gezond wordt. Het krediet van maximaal € 100.000 is dus bestemd voor mkb-bedrijven die in de kern winstgevend zijn. U kunt de lening gebruiken voor het herstarten, uitbreiden of aanpassen van uw bedrijfsactiviteiten. De uitvoering is neergelegd bij Credits. Hebt u het doorstartkrediet ontvangen, dan krijgt u van Qredits ook 12 maanden gratis coaching om uw bedrijf weer op de rails te krijgen. Het TOA-krediet kunt u sinds 1 juni 2021 aanvragen.

 

 

Andere lopende financieringsmogelijkheden 

De volgende financieringsmogelijkheden staan nog steeds open:

 

Klein Krediet Corona (KKC) 

De overheid staat met de garantieregeling Klein Krediet Corona voor 95% borg voor de leningen van financiers aan in Nederland gevestigde MKB-bedrijven die aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • omzet vanaf € 50.000;
  • voldoende winstgevend zijn geweest vóór de coronacrisis;
  • op 1 januari 2019 ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel

De KKC-lening bedraagt minimaal € 10.000 en maximaal € 50.000 en heeft een looptijd van maximaal 5 jaar. De financiers die de KKC aanbieden mogen hiervoor maximaal 4% van het kredietbedrag aan kosten aan u in rekening brengen. U betaalt daarnaast eenmalig 2% premie aan de overheid. De KKC is verlengd van 1 juli 2021 tot 1 januari 2022. 

 

 

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

Mkb-bedrijven met een gezond toekomstperspectief maar die in liquiditeitsproblemen zijn gekomen door de coronacrisis, kunnen tijdelijk onder gunstiger voorwaarden gebruikmaken van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB). Deze regeling is verruimd om financiering voor u toegankelijker te maken. Zo is de looptijd verlengd naar 4 jaar en is de toegang laagdrempeliger gemaakt doordat u behalve via een liquiditeitsprognose ook via een omzettoets toegang kunt krijgen tot de BMKB. Het premiepercentage van de BMKB bedraagt 2% en het budget € 1,5 miljard. Ook non-bancaire financiers kunnen zich accrediteren om u te financieren met een BMKB-krediet. Starters kunnen binnen de BMKB extra steun krijgen. De verruimde BMKB loopt tot eind 2021.

 

BMKB Landbouwkredieten 

Hieronder vallen de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) en de verruimde BL-C-regeling. De BL-regeling is verlengd tot 1 januari 2022. De banken en andere financiers moeten hiervoor een aanvraag indienen bij de RVO. Als u gebruik wilt maken van deze kredietvorm, wendt u zich tot uw bank of financier.

Met de BL-C-regeling kan een overbruggingskrediet worden gefinancierd tot het borgstellingskrediet per bedrijf van maximaal € 1,5 miljoen. De maximale looptijd van de BL-C-regeling is vier jaar. Het krediet kan lineair worden afgelost of aan het einde van de looptijd. De provisie bedraagt tussen 0,50 en 0,75% voor starters of overnemers en tussen 1,5% en 2,25% voor de overige bedrijven. U kunt de BL-C-regeling tot 1 januari 2022 aanvragen. 

 

Credits

Credits Coronaoverbrugging is een microkredietfaciliteit van maximaal € 25.000 om de coronacrisis te overbruggen. De looptijd is maximaal 4 jaar, waarbij u tijdens de eerste zes maanden niet hoeft af te lossen. De rente bedraagt in het eerste jaar 2%, daarna 5,75%. U kunt na het eerste jaar boetevrij aflossen. Deze kredietfaciliteit loopt tot 1 januari 2022. 

 

GO-regeling

De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-regeling) is bedoeld om bedrijven te voorzien van werkkapitaal of liquiditeiten om investeringen te kunnen doen. De overheid staat garant voor maximaal 50% van de (niet achtergestelde) lening aan een MKB-onderneming of een grootbedrijf. De GO-regeling loopt tot 1 juli 2023. 

 

GO-C-regeling

De Garantie ondernemingsfinanciering uitbraak coronavirus (GO-C-regeling). Ook deze regeling is bedoeld om bedrijven te voorzien van werkkapitaal of liquiditeiten om investeringen te kunnen doen. Uw bedrijf komt alleen voor de regeling in aanmerking als u op 31 december 2019 financieel gezond was. De overheid staat garant voor maximaal 90% van de (niet achtergestelde) lening aan een MKB-onderneming en voor maximaal 80% van een lening verstrekt aan een grote onderneming. De leningen en garanties hebben een looptijd van zes jaar en bedragen minimaal € 1,5 miljoen. De maximumlening bedraagt € 150 miljoen. De hoogte van de lening wordt bepaald op basis van de loonsom (2x), omzet (25%) of liquiditeitsplanning. De leningen moeten per kwartaal worden afgelost, waarbij de eerste aflossing van een MKB-onderneming uiterlijk moet plaatsvinden vanaf 18 maanden na de verstrekking. Voor grootbedrijven is die termijn 12 maanden. U kunt nog tot 1 januari 2022 van de GO-C-regeling gebruikmaken.

 

 

Garantieregeling herverzekering leverancierskredieten stopt

De overheid staat momenteel garant voor verzekeringen van leverancierskredieten. Daarvoor is een overeenkomst gesloten met de verzekeraars. Deze overeenkomst wordt na 30 juni 2021 niet verder verlengd. Volgens het kabinet is de garantieregeling niet meer nodig dankzij de gunstige economische vooruitzichten. De verwachting is dat verzekeraars ook zonder garantie van de staat dekking blijven bieden op basis van een gedegen risicoanalyse. 

 

 

Garantieregeling evenementenbranche

Hebt u een bedrijf in de evenementenbranche, dan houdt u ook na de versoepelingen van de coronamaatregelen een verhoogd risico op annuleringen van evenementen. Vóór de coronacrisis kon u zich hiertegen verzekeren, maar verzekeraars hebben deze optie inmiddels uit hun polissen gehaald. Om u toch perspectief te bieden is daarom een garantieregeling uitgewerkt, zodat u evenementen kunt organiseren voor de periode waar dat vanuit coronaoptiek redelijkerwijs verantwoord is. De garantieregeling dekt 80% van de kosten. Voor het resterende deel kunt u een lening afsluiten bij de RVO tegen 2% rente per jaar. De garantieregeling is vooral bedoeld voor betalingen aan uw onderaannemers en leveranciers. De verwachting is dat u de regeling kunt aanvragen vanaf half juni tot en met 30 september 2021. De garantieregeling geldt voor evenementen die in de periode 1 juli tot 31 december 2021 door de rijksoverheid worden verboden. Vóór 1 juli georganiseerde evenementen die worden afgeblazen, vallen dus niet onder deze regeling. 

 

 

Ondersteuning voor amateursport

Ook in 2021 zijn er steunmaatregelen voor de sportsector. Dit zijn onder meer de Tegemoetkoming Amateursportorganisaties (TASO), Tegemoetkoming verhuurders Sportaccommodaties (TVS) en de Specifieke Uitkering voor ijsbanen en zwembaden (SPUK IJZ). Voor deze regelingen gelden de volgende aanvraagperiodes:

 

Regeling

Q1

Q2

TASO

17 mei -12 juni 2021

26 juli - 20 september 2021

TVS

17 mei – 11 juli 2021

26 juli – 20 september 2021

SPUK IJZ

1 april – 31 mei 2021

1 april – 31 mei 2021

 

Heeft u na het lezen van een van deze stukken vragen? We helpen u graag. Neem contact met ons op, dan bekijken we de mogelijkheden.

Urencriterium 2021

Corona update
25 januari, 2021

Ondernemers hebben recht op verschillende ondernemersfaciliteiten als zij voldoen aan het urencriterium. Dit betekent dat een ondernemer ten minste 1.225 uren en de helft van...

Vergeet de uitstelregeling belastingschulden niet

Corona update
24 juni, 2021

Op 1 juli loopt de coronamaatregel voor uitstel van betaling van belastingschulden af. Tot die datum kunnen belastingplichtigen nog uitstel van betaling aanvragen voor...

Uitleg aanpassingen in noodpakket 2.0

Corona update
4 juni, 2020

De ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Financiën en Economische Zaken en Klimaat hebben in een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer een toelichting gegeven op...